Les 10; Lesfasesmodel #2

Ik was bij deze les niet aanwezig in verband met het organiseren van een sportdag op onze stageschool.


Voorbereiding *
Context
Belevingswereld
Tropische vogels.
Basisplan
Opdracht en randvoorwaarden
De kinderen ontwerpen een tropische vogel met 4 vleugels (alle vleugels in een andere vorm).
Doelen
Beeldend doel:
De kinderen ontwerpen en kleien een tropische vogel met 4 verschillende vleugels.
Technisch doel:
De kinderen boetseren met klei een vogel met vier vleugels, met een prikpen tekenen ze veren in de vleugels.
Receptie
/Oriëntatie *
Introduceren
Beeldcultuur
Postmodern, want het is om te entertainen.

Beeldaspecten
Vorm, de kinderen moeten de klei zo bewerken dat de vogel 4 vleugels krijgt, alle vleugels in een andere vorm.


Ontwikkelingsfasen
Fase 3, zichtbare werkelijkheid
Informeren





Beeldbeschouwen
We kijken naar een fragmentje uit Rio (film). Hierin zie je heel veel verschillende gekleurde vogels. Ik vraag hoe de vogels eruit zagen. Welke kenmerken hadden de vogels (snavel, kleuren, vleugels). Ik vraag of deze vogels in Nederland voorkomen. Ik vraag welke kenmerken een vogel tot een tropische vogel maken. We beschouwen wat voor vleugels de verschillende vogels hadden. Hadden de vogels veren, hoe zie je dat?
*
Instrueren
Beeldend Probleem
Ontwerp je eigen tropische vogel waarbij de vogels 2 vleugels aan elke kant heeft, de vogel moet overeind blijven staan en elke vleugel een andere vorm heeft. Creëer met een prikpen de veren.

De kinderen maken eerst een ontwerp, daarna mogen ze de vogel gaan kleien.
Productie
/Uitvoering
Observeren
Beeldend Vermogen
Groep 7.
De kinderen weten hoe een vogel eruitziet, en kunnen deze schetsen. Ze weten ook waar de vleugels zitten, en hoe groot de vleugels in verhouding meestal zijn.
Begeleiden
Werkprocessen
Ontwerpen.
De kinderen ontwerpen eerst hun vogel, daarna gaan ze hem kleien.
Afronden
Tijdsmanagement
De kinderen krijgen 25 minuten om te schetsen, 50 minuten om te kleien en 15 minuten om op te ruimen.
Reflectie
/Nabeschouwing *
Nabespreken
Reflecteren
We kijken naar de vogels die gemaakt zijn. Kunnen de vogels blijven staan en hebben alle vleugels een verschillende vorm?
*
Beoordelen
Beoordelingscriteria (matrix)
Is het een vogel geworden?
0 pnt.        1 pnt.         2 pnt.
Heeft de vogel 4 vleugels?
0 pnt.         1 pnt.         2 pnt.
Hebben alle vleugels een andere vorm?
0 pnt          1 pnt.         2 pnt.
Blijft de vogel recht op staan?
0 pnt.         1 pnt.         2 pnt.
Zijn er veren te zien in de vleugels?
0 pnt.         1 pnt.        2 pnt.
Presenteren
Presentatievorm
Ik maak in het lokaal met groen papier een bosachtergrond en zet alle vogels daarvoor neer.
Evaluatie
Evalueren
Opdracht en randvoorwaarden