Les 7; Ontwikkelingsfasen (Parsons)

Dit vakatelier ging over de ontwikkelingsfasen die horen bij het beeldbeschouwen. We hebben in dit atelier uitgebreid gesproken over de 5 fases van Parsons, en hebben die klassikaal toegepast op een beeld wat getoond werd op het digibord.

De 5 fases van Parsons zijn:

1. favoritisme

Deze fase draait om associatie. Wat herkent diegene al uit het beeld, wat diegene ervan. Sluit het aan bij de belevingswereld?

2. Ambachtelijk

In deze fase wordt ingegaan op de details, wat zie je, of wat zie je erin? In deze fase kunnen al de hoofdkenmerken benoemd worden.

3. Expressiviteit

In deze fase wordt er gekeken naar welke emoties het beeld bij iemand oproept. Wat voel je, wat doet het met je. In deze fase is er niet één goed antwoord, het kan bij iedereen verschillen.

4. Formalisme

In deze fase wordt er gekeken naar de betekenis van een beeld, welke beeldaspecten zie je en wat zou bijvoorbeeld de tijd waarin dit beeld werd gemaakt voor invloed hebben gehad op dit beeld? Er wordt ook gekeken naar de functie van het beeld.

5. Open mind

In deze fase speelt de eigen mening een rol. De beschouwer van het beeld is zich bewust van de context waarin de maker het beeld gemaakt heeft en de context waarin de beschouwer beschouwt.

We hebben aan de hand van deze fases een beeld klassikaal beschouwt, waarin duidelijk was hoe goed je zelf al kan beschouwen. Het beeld wat we hebben beschouwd is ; ''In de wereld kwam een ziel Ida genoemd''.

Als je met kinderen in de klas een beeld gaat beschouwen heb je vijf soorten vragen; 

1. Startvragen

2. Onderzoeksvragen

3. Analysevragen

4. Speculatievragen

5. Conclusievragen

We hebben eerst het beeld van rio 2 beschouwd waarna we zelf bijpassende vragen gingen verzinnen die je in de klas (op logische volgorde) kan stellen.

             

  

We mochten nu zelf vragen gaan verzinnen. De vragen die ons groepje had verzonnen waren;

Startvragen

Wat zie je? 

Wie heeft deze film wel eens gezien?
Wie is er wel eens in de jungle geweest?

Onderzoeksvragen

Wat voor dieren zie je allemaal?

Zie je deze dieren ook in Nederland?

Wat hebben de dieren allemaal bij zich?

Wat doen de dieren?

Kijkt iedereen blij?

Analysevragen

Kijkt iedereen blij?

Speculatievragen

Wat zou er gaan gebeuren in de film?

Wie zouden de slechteriken zijn?

We hebben de vragen voor de klas gepresenteerd en in groepjes voor de klas ook geoefend de vragen zo te stellen dat je een goed gesprek op gang krijgt. Dit bleek best lastig te zijn en veel vragen waren ook niet juist in de categorie.